dinsdag 24 januari 2012

Hiphopleeft: Kam - Neva Again

Ik heb wel eens een stukje voor Hiphopleeft.nl geschreven, naar mijn mening de beste hiphopsite van Nederland. Zo behandelde ik Neva Again van Kam binnen de rubriek Afgestoft.

Artiest: Kam
Titel: Neva Again
Jaar: 1993
Label: East West Records

Voordat Dr. Dre en Snoop Dogg het landschap van de gangsterrap met respectievelijk The Chronic en Doggystyle voorgoed zouden veranderen, was Ice Cube de absolute man van de westkust van de Verenigde Staten. Zijn met veel onderlinge onenigheid gepaarde vertrek bij het immens populaire N.W.A. zou een gewaagde maar uitmuntende stap blijken: zijn debuutalbum AmeriKKKa’s Most Wanted zou zich met Public Enemy-productiegroep The Bomb Squad als een simpele optelsom ontvouwen tot een instant classic. Bovenal bleek direct dat N.W.A. met het afscheid van Ice Cube haar beste en interessantste man aan de microfoon kwijt was en de groep zou door meer geschillen spoedig uit elkaar vallen. Cube zette zijn tot dan toe enorm succesvolle run onverstoord door met wederom goede verkoopcijfers en lovende recensies voor zijn minstens zo sterke tweede plaat Death Certificate.
Rond deze tijd, het jaar 1991, stond Ice Cubes reputatie als een huis. Hij zou doen wat velen in de hiphopwereld in deze positie doen: het introduceren van protégés. Met behulp van Ice Cube bracht Da Lench Mob het verdienstelijke debuut Guerillas in tha Mist uit en ook Del tha Funkee Homosapien maakte dankbaar gebruik van het duwtje in de rug van zijn grote neef om een vruchtbare en eigenzinnige muziekcarrière van de grond te krijgen. Uit diezelfde getalenteerde familie was neef Kam spijtig genoeg meer een lot in obscuriteit beschoren.




In 1992/1993 verscheen onder toeziend oog van Ice Cube Kams eerste album Neva Again, een plaat die heel wat meer aandacht had verdiend dan deze tot nu toe heeft gekregen. Alhoewel critici het er unaniem over eens waren dat Kam een fantastisch album in de schappen had liggen, wist de consument het schijfje moeilijker te vinden. Het is überhaupt een doodzonde dat Kams naam bij lange na niet zo gevestigd is als deze had kunnen zijn. Als rapper weet hij op zijn debuut namelijk de aandacht voor bijna drie kwartier stevig vast te houden. Hij is gezegend met een diepe, zware stem die immer overtuigend de met p-funk-samples dichtgesauste beats berijdt. Qua inhoudelijke strekking neemt Kam op vergelijkbare wijze hetzelfde uitgesproken standpunt in als dat van zijn beroemdere neef. Hij schetst een duidelijk uiteengezet beeld van South Central (Los Angeles) ten tijde van de Rodney King-rellen en schuwt kritiek op beide deelnemende partijen niet. Een interessant, direct voorbeeld van zijn tweezijdige kritiek is Stereotype, waarin Kam speelt met de vooroordelen van blanken op zwarten. Waar hij aanvankelijk de aanval lijkt te openen op het ‘stereotype neger’ dat blank Amerika graag lijkt te schetsen, schuift hij subtiel ook de nodige schuld in de schoenen van de Afro-Amerikaanse samenleving.


Kam (echte naam: Craig Miller) (1992)

Wat Kam siert is zijn oprechte boodschap, die van zijn plaat een zeldzaam voorbeeld van pure gangsterrap maakt. Waar het subgenre met de komst van de eerder genoemde Dre en Snoop meer zou veranderen in feestmuziek is Neva Again een plaat die zijn politieke en maatschappelijke boodschap geen moment uit het oog verliest. In deze standvastigheid lijkt Kam erg op Ice Cube, die ook geen moment zijn frons ophief voor hitgevoeligheid. Het enige wat Neva Again het doet afleggen tegen Death Certificate is het ontbreken van een verhalende albumstructuur en een mindere mate van venijn.


Desondanks is Neva Again een vergeten pareltje in de catalogus van de betere hiphopalbums. Opgeteld met haar puike opvolger Made in America uit 1995 was het meer dan rechtvaardig geweest als Kam vandaag de dag meer naamsbekendheid genoot. Gezien het feit dat veel hiphopluisteraars tegenwoordig al amper in staat zijn de onschatbare waarde van Ice Cubes vroegere oeuvre in te zien, kan Kams debuutalbum al helemaal als een vergeten pareltje beschouwd worden.

zaterdag 21 januari 2012

Diggen in de 21ste eeuw

Regelmatig wordt mij gevraagd hoe ik toch aan al mijn muziek kom. In mijn omgeving bevinden zich talloze mensen die in uiteenlopende maten geïnteresseerd zijn in muziek. Wanneer ze een leuk nummer voor het eerst horen uiten de meesten echter vaak hun onmacht in het vinden van soortgelijke muziek. De zoektocht naar nieuwe muziek speelt in mijn leven een hoofdrol en hoe meer ik thuisraak in deze zoektocht, des te meer krijg ik er naar mijn gevoel voor terug. Daarom lijkt het me leuk om eens uit te leggen hoe ik als ‘digger in de 21ste eeuw’ te werk ga.

Hoe romantisch ik de gedachte dan ook vind, ik ben verre van een letterlijke cratedigger. Hoewel ik graag veel tijd besteed in platenzaken al spittende door schappen, loop ik zelden tot nooit een platenzaak uit met een plaat die ik voordat ik de winkel inliep nog niet kende. Mijn muzikale ontdekkingen doe ik zoals velen van mijn generatiegenoten zittende in mijn bureaustoel met mijn ogen gericht op mijn computerscherm. Wanneer ik iets heb gedownload wat me erg bevalt ga ik pas over op een eventuele aanschaf van een fysiek exemplaar. Dit heeft weinig tot niets te maken met het aanbod aan goede, gespecialiseerde platenzaken in Amsterdam. Op het internet gaat diggen nou eenmaal veel sneller en veel gemakkelijker. Voordat ik uitweid over de manier waarop ik het internet afspeur naar muziek is het wel belangrijk om te vermelden dat mijn zoekwijze is toegespitst op het vinden van bepaalde genres. Dit betreft voornamelijk soul, funk, jazz, hiphop, psychedelische rock, blues, Braziliaanse muziek, Afrikaanse muziek en eigenlijk alles met een overwegend zwarte inslag en een zekere obscuriteit. Hoewel er zeker elektronische muziek is die mij kan bekoren ben ik geen kenner op dat gebied en laat ik mij liever shit aanraden door bepaalde vrienden, die veel meer thuis zijn binnen dergelijke genres.


Voor een jongere uit de 21ste eeuw zijn er veel meer en veel betere manieren om muziek op het internet te vinden dan je bijvoorbeeld maar wat aan te laten raden door een Luisterpaal of een 22tracks. Wie de genres, waar ik mij mee bezighoud, wil verkennen hoeft ook heus niet braaf te wachten op de nieuwe films van Quentin Tarantino of Guy Ritchie zodat hij of zij de soundtrack kan downloaden. Dat wil trouwens niet zeggen dat compilatiealbums geen leuke manier zijn om in aanraking te komen met nieuwe artiesten. Wanneer je iets leuks ontdekt op een compilatiealbum is dit echter pas het begin van je zoektocht. Ikzelf leer veel nieuwe titels kennen via Dusty Groove, een online platenzaak uit Chicago waar ik ook regelmatig platen bestel. Zij hebben een enorm aanbod aan obscure heruitgaven van bekende tot volstrekt onbekende artiesten en bij vrijwel elke plaat die ze verkopen staat een leuke, persoonlijk geschreven omschrijving. Een klein uurtje rondneuzen op hun site levert al gauw veel nieuwe titels op, die mijn interesse hebben weten te wekken. Het klinkt wellicht wat banaal, maar ook Youtube is een fantastische manier om nieuwe dingen te leren kennen. Veel muziekliefhebbers plaatsen wel eens een nummer van een obscure artiest en de daaraan gelinkte suggesties kunnen het ontdekken van nieuwe, soortgelijke muziek vaak doen sneeuwballen.


Wanneer je iets leuks tegen het lijf loopt van een artiest is de eerste logische stap het uitpluizen van de rest van het album waar het nummer op staat. Hiervoor gebruik ik meestal Discogs, de IMDb van de geluidsdragers. Discogs wordt, net als Wikipedia, aangevuld door de gebruikers zelf en is zodoende uitgegroeid tot de meest uitgebreide database van muziek, die ik tot op het heden op het internet ben tegengekomen. Daarnaast is de site een online marktplaats, waar ik een groot deel van mijn platen (en voorheen cd’s) heb gekocht van andere verzamelaars en kleine online platenzaken. Wanneer je op zoek gaat naar meer muziek van een bepaalde artiest, die lijkt op wat je al kent is het beter om te beginnen bij platen, die die artiest in dezelfde periode maakte. Zoals we allemaal weten willen muzikanten met lange muziekcarrières nog wel eens nieuwe, creatieve richtingen inslaan. Zo kan je bijvoorbeeld erg bedrogen uitkomen als je, nadat die ene plaat van George Benson uit begin jaren zeventig bij jou een juiste snaar wist te raken (pun intended), vervolgens een plaat van hem opduikelt uit de jaren tachtig. Zo heeft elk genre trouwens zijn regeltjes. De meeste soul, funk en jazz werd gedurende de zeventiger jaren bijvoorbeeld iets gelikter, het is maar net waar je van houdt. Bij hiphop is, jammer genoeg, vaak het geval dat de eerste plaat van een artiest de beste is. Via Discogs kan je gemakkelijk nog veel dieper gaan. Bevalt het gitaarwerk op een bepaalde plaat je? Klik op de naam van de gitarist en zie waar hij of zij nog meer op meespeelt. Chill je het ‘m dood op die ene beat? Zoek op wat de producer in kwestie nog meer heeft gedaan. Zodra je er iets meer in thuisraakt ga je automatisch op andere elementen af en wordt je radar nog sterker. Voor je het weet weet je welk label altijd garant staat voor goede shit en welke jaartallen het beste zijn voor een bepaalde sound waar je naar zoekt. Wil je funk met een psychedelisch rockrandje? Dan ben je met een funkplaat uit 1978 waarschijnlijk niet aan het juiste adres. Wil je hiphop met filterbassen? Daar deden ze in de jaren tachtig nog niet aan.


Wanneer het aankomt op het downloaden van de muziek raad ik bij dezen als eerste aan: vergeet torrents! Torrents zijn geschikt om speelfilmpjes in Blu-Ray binnen een kwartiertje binnen te trekken of om zo nu en dan de gehele discografie van een overproductieve artiest als Sun Ra of Fela Kuti in een meerdere gigabytes tellend bestand je harde schijf op te knallen. Voor (obscuurdere) muziek gebruik ik filesharing sites als Rapidshare, Megaupload of Mediafire door middel van blogspots. Talloze muziekminnende bloggers houden blogspots bij waarop zij links naar deze filesharing sites plaatsen bij hun posts over hun favoriete platen. Een simpele zoekopdracht op Google brengt je er al. Typ de naam van de artiest en de plaat in, zet daarachter ‘blogspot’ en je hebt in de meeste gevallen gelijk al een leuke blog aan de haak. Soms zijn die blogs, wanneer de smaak van de blogger je aanstaat, net zoals Dusty Groove op zich al een uitermate geschikte plek om lekker rond te neuzen naar nieuwe muziek. Ze variëren meestal wel in diepgang. De ene blog komt niet verder dan wat er ook op Pitchfork staat, de andere wordt beheerd door een heuse audiofiel die jaarlijks naar West-Afrika afreist om daar volslagen onbekende Afrobeat-platen op te duikelen en deze vervolgens als downloadbare mp3’tjes aan te bieden op zijn blog. Vele bloggers weten door middel van hun blogs platen te introduceren die nooit eerder hun weg hadden weten te vinden naar het digitale verkeer. Uiteindelijk is er op vinyl immers veel en veel meer te vinden dan op cd. Heruitgaven op cd worden op de markt gebracht, omdat mensen zich de platen nog herinneren en er dus vraag naar is. De enorme hoeveelheid lp’s, die in de vergetelheid zijn geraakt, zijn echter in de meerderheid. Bloggers weten soms vergeten platen te herintroduceren bij de liefhebber en dit herboren enthousiasme heeft al meerdere malen geresulteerd in het verschijnen van heruitgaven op de markt. Toen ik deze manier van muziek downloaden enkele jaren terug ontdekte ging er een wereld voor mij open en kwam de breedte van mijn muziekkennis, die zich tot dusver beperkte tot wat er op Limewire was te vinden, in een haast revolutionaire stroomversnelling terecht.

Voor wie helemaal tot de laatste alinea is gekomen: Ik hoop dat je wat hebt gehad aan deze informatie. Uiteindelijk zal altijd de doorslag geven of je überhaupt zoveel tijd en moeite wilt steken in het zoeken naar muziek. Ikzelf vind het in ieder geval een tijdsbesteding, die mij nu na vele jaren nog nooit is gaan vervelen. Ook als je op gegeven moment het punt bereikt dat je denkt alles wel te weten, duikt er weer wat nieuws op. In het beste geval opent die nieuwe vondst weer enkele nieuwe deuren en gaat de zoektocht weer verder. Mocht dit toch niets voor jou zijn, blijf mij dan vooral aanstoten voor nieuwe muziek! ;)


De awesome illustraties zijn uit de serie ‘Crate Digging: Don’t Do It!’ door illustrator Stefan Glerum

zaterdag 7 januari 2012

Instrumental van de Week: Prince AD & Psycho Child - Lyrical Flava

Artiest: Prince AD & Psycho Child
Titel: Lyrical Flava (Instrumental)
Producer: DJ Chuck Chillout
Plaat: Lyrical Flava (Vinyl, 12'')
Jaar: 1996
Label: Phat Wax Records

De eerste keer dat ik Lyrical Flava hoorde wist ik niet wat me overkwam. Veel puurder vindt je rauwe East Coast hiphop namelijk niet. Chuck Chillout, de producer van deze banger, was anno 1996 al een oudgediende in de New Yorkse hiphopscene en met name invloedrijk als radio-DJ in de jaren tachtig. Hoewel de plaat die hij in 1989 maakte met Kool Chip, Masters of the Rhythm, een vergeten pareltje is zal hij door mij vooral voor deze beat herinnerd worden. De snoeiharde drums, de veelgebruikte break uit Dirty Feet van Daly Wilson's Big Band (het bekendste voorbeeld van een nummer dat dezelfde drums samplet is wellicht Shook Ones Pt. 2 van Mobb Deep), de uit datzelfde nummer gesamplede gitaarriff (compleet gestript van elke gezelligheid) en dan vooral zo nu en dan het geluid van een krijsende vrouw blazen elk willekeurig, rustig moment van de dag op een ongeëvenaarde manier aan gort. 
                Niet alleen door het gebruik van dezelfde drumsample als Shook Ones doet het nummer erg denken aan Mobb Deep. Prince AD & Psycho Child, die hierna voor korte tijd zouden doorgaan als de Killa Kids, zijn net als de jonge Prodigy en Havoc overduidelijk tieners uit de Queensbridge projects. Dat nog niet al hun teelballetjes zijn ingedaald hindert de hardcore luisterervaring van de vocale versie van Lyrical Flava echter allerminst; elke puber die op felle wijze in de microfoon rapt dat hij me achterlaat met mijn ''insides torn'' overhandig ik gewillig en bovendien snel de inhoud van mijn portemonnee.

donderdag 15 december 2011

Instrumental van de Week: The Basement Khemist - Vibrate

Artiest: The Basement Khemist
Titel: Vibrate / Everybody (L.I.F.E.) (Vinyl, 12'')
Producer: DJ Spinna / DJ Joc Max
Jaar: 1998
Label: Beyond Real Recordings

Vibrate van The Basement Khemist is een speciaal geval in mijn verzameling 12 inches. Hiervoor is één specifieke reden: zowel kant A als kant B van de plaat is gruwelijk. Mijn ervaring met obscure hiphopsingles van artiesten die vaak niet veel meer dan dat uitbrachten leert mij dat dit een zeldzaam fenomeen is dat gekoesterd dient te worden.

The Basement Khemist

De 12 inch is het zoveelste voorbeeld van een fantastische beat (in dit geval zelfs twee fantastische beats) die heel wat betere rappers had verdiend. Van The Basement Khemist is maar weinig bekend en eerlijk gezegd kan ik daar prima mee leven. Als ondermaatse rappers tonen de leden van de groep mij al na één luisterbeurt dat ik meer luisterplezier zal gaan beleven aan het afspelen van de instrumentals.




Vibrate is geproduceerd door DJ Spinna, inmiddels een gerespecteerde beatbakker uit Brooklyn, maar destijds nog flink aan de weg timmerend. Het is jammer dat er op een fantastische remix van De La Soul’s Stakes Is High na niet veel meer werk van Spinna uit deze periode uit is gebracht. Dat hij destijds niet stil heeft gezeten maakt zijn later uitgebrachte Compositions-trilogie maar al te duidelijk.

DJ Spinna

De B-side Everybody (L.I.F.E.) is een creatie van Basement Khemist’s eigen DJ Joc Max. Dat de groep toch in het bezit was van een zeker talent bewijst hij met deze wonderschone diep groovende instrumentatie. Al met al is Vibrate een even dierbaar als kostbaar onderdeel van mijn platencollectie.

woensdag 14 december 2011

Marvin Gaye: Niet alleen voor in de slaapkamer


Het valt mij op dat te veel mensen het oeuvre van Marvin Gaye beschouwen als slaapkamermuziek. Wie op afgezaagde wijze een avond wil doorbrengen met zijn of haar partner steekt wat kaarsjes aan en gooit Marvin Gaye in de cd-speler. Ja, of Barry White en als je wat jonger bent D’Angelo. Hoewel Gaye’s plaats in het pantheon der soullegendes staat als een huis en zijn plaat What’s Going On in de meeste blanke popbladen gerekend wordt tot de beste platen aller tijden ben ik toch van mening dat het collectieve beeld dat bestaat van Marvin Gaye zijn muziek niet genoeg recht aandoet. Nou kan natuurlijk niet ontkend worden dat Gaye’s muziek zich uitstekend leent voor een romantische of zelfs erotische context en dat seksualiteit en relationele materie veel voorkomende onderwerpen zijn, maar er is meer aan de hand met de muziek van de vroeg gestorven nachtegaal.


Het lijkt in eerste instantie geen argument, maar Marvin Gaye was een gekwelde ziel. Er zijn natuurlijk altijd veel artiesten met een zwaar verhaal geweest, maar Gaye’s persoonlijk gesteldheid had een werkelijke invloed op zijn artistieke keuzes. Gedurende zijn professionele carriere ging hij gebukt onder depressie, verlies (de te vroege dood van zijn beste vriendin en zangpartner Tammi Terrell), drugsverslaving en de druk van zijn sterrenstatus. De grootste invloed op zijn getroubleerde geest was echter zijn op zijn zachtst gezegd slechte verstandhouding met zijn vader, door wie hij in 1984 doodgeschoten zou worden. Marvin Gay senior was een verknipt persoon. Hij was een streng religieuze dominee, die zijn vier kinderen verbood om ook maar iets seculiers te ondernemen. Waardering van vaderlief voor zijn prestaties als soulzanger is dan ook iets waar Marvin Gaye tot aan zijn dood naar heeft kunnen fluiten. Daarnaast was zijn vader een vermeende travestiet, die zijn kinderen zowel psychisch als lichamelijk misbruikte.


Dit lichamelijk misbruik legde de basis voor wat door het hedendaagse publiek zo vaak foutief bestempeld wordt als slaapkamermuziek. Gaye worstelde vanaf zijn puberteit tot ver in zijn volwassen bestaan met zijn seksualiteit. Gekweld door impotentie, paniekaanvallen en bovendien een slecht huwelijk met de achttien jaar oudere zus van zijn platenbaas was seks nooit vanzelfsprekend een genotschenkende bezigheid voor hem geweest. Een affaire met de jonge Janis Hunter bracht hier verandering in en zijn eerste aanraking met hartstocht inspireerde Gaye tot het maken van zijn conceptalbum Let’s Get It On, dat vaak wordt gezien als een viering van intimiteit, maar wellicht beter beschouwd kan worden als een seksuele verlossing.


Uit zijn uiteindelijke echtscheiding met Anna Gordy in 1977 wist Gaye tegen alle verwachting in genoeg inspiratie te halen voor zijn zoveelste meesterlijke conceptalbum. Here, My Dear werd voornamelijk opgenomen om de aan Gordy verschuldigde alimentatie te bekostigen en aan de laatste contractuele verplichtingen naar Motown te voldoen, een weinig liefdevolle opzet voor een plaat. Here, My Dear, alhoewel gemengd ontvangen bij haar release, kan echter beschouwd worden als een baanbrekend meesterwerk. Met veel aandacht voor de scheiding zet Gaye zijn gedoemde huwelijk op epische wijze uiteen, verpakt in lome funk en stonede vocale overdubs.


Voor zover de Marvin Gaye die menig bevruchting van fijn geluid voorzag, want als artiest had Gaye veel meer in zijn mars. Dit komt het duidelijkst, en voor het eerst, naar voren in zijn absolute magnum opus, What’s Going On uit 1971, naar mijn mening de beste plaat ooit gemaakt. Gaye opende vele nieuwe deuren voor zwarte muzikanten. Hij introduceerde het conceptalbum binnen het soulgenre, was de eerste die zijn achtergrondvocalen door middel van overdubs zelf inzong en misschien wel het belangrijkst: hij brak uit zijn Motownhok. Motown was voor What’s Going On een weinig avontuurlijk en formulair soulimperium uit Detroit. Muzikanten leefden in een keurslijf en werden geacht te functioneren binnen de geoliede hitmachine van liefdesliedjes. Marvin Gaye was naast één van de meest getalenteerde zangers uit de muziekgeschiedenis ook begenadigd drummer en toetsenist en begon zoals vele Motownartiesten als sessie-muzikant. Hij wilde diep van binnen een jazzcrooner a la Nat King Cole worden, maar zag zijn pogingen om buiten het rhythm en blues-plaatje te stappen falen bij een groot publiek. Toen Tammi Terrell, met wie hij twee platen had opgenomen, stierf aan een hersentumor raakte Gaye in een diepe depressie en zocht hij troost in de muziek. Hij begon een ambitieus project, genaamd What’s Going On, waarin stedelijke armoede, de Vietnam-oorlog, religie, drugsgebruik en spiritualiteit een plek hadden. Gaye’s zwager en CEO van Motown, Berry Gordy, wilde deze gewaagde lp het liefst uit het raam gooien, maar Gaye hield vol. Godzijdank.



What’s Going On
schreef geschiedenis. Bij Motown zouden meerdere artiesten hun artistieke vrijheid gaan opeisen (met Stevie Wonder als wellicht belangrijkste voorbeeld) en vele soulartiesten betrokken concepten en consciousness in hun muziek. Gaye de artiest was vrij en de eerdergenoemde Let’s Get It On en Here, My Dear vormen samen met I Want You en Gaye’s overwegend instrumentale Trouble Man, één van beste blaxploitation soundtracks ooit, een zogeheten golden run die Gaye in de jaren zeventig ondanks, of juist dankzij, zijn gekwelde ziel wist te maken. Zodoende lijkt het mij duidelijk dat degene die Marvin Gaye beschouwt als slaapkamermuzikant zich betreffende zijn gehele artistieke spectrum nog aan het voeteneind van het bed begeeft.

Marvin Gaye heeft ook fantastisch instrumentaal werk op zijn naam staan:


''T'' Plays It Cool van Trouble Man (1972)



Mandota is een nooit officieel uitgebrachte outtake uit 1973

dinsdag 13 december 2011

Hiphopleeft: Ill Al Skratch - Creep Wit' Me

Ik heb wel eens een stukje voor Hiphopleeft.nl geschreven, naar mijn mening de beste hiphopsite van Nederland. Zo behandelde ik Creep Wit' Me van Ill Al Skratch binnen de rubriek Afgestoft.

Artiest: Ill Al Skratch
Titel: Creep Wit' Me
Jaar: 1996
Label: Mercury Records

Bij het horen of lezen van de naam Ill Al Skratch zal bij weinig hiphopliefhebbers automatisch een belletje gaan rinkelen. Het is dan ook verre van vreemd dat Nas in Where Are They Now?, zijn lofzang van zijn conceptalbum Hip Hop Is Dead op vergeten hiphophelden van weleer, nog een shout-out tot het duo uit Brooklyn richtte.



Wie Creep Wit’ Me opzet zal zich gelijk afvragen waarom hij of zij nog nooit van deze plaat heeft gehoord. De sound van Big Ill en All Skratch, zoals de leden van het duo afzonderlijk heten, houdt een beetje het midden tussen het gritty straatgebulder van Onyx en de feestvreugdelijke hardcore van Naughty by Nature. Elk nummer ligt in zowel muzikaal als vocaal opzicht bijzonder goed in het gehoor en men heeft duidelijk te maken met dansvloervriendelijke hardcore hiphop van de bovenste plank, zoals deze in 1994, het jaar van makelij, wel vaker de New Yorkse radiozenders wist te zegenen.



Daar ligt jammer genoeg ook meteen de reden voor het feit dat Creep Wit’ Me geen tijdloze klassieker is geworden. Hoe goed het eindproduct dan ook is uitgevoerd, de intenties waren overduidelijk van een sterk contemporaine aard. Ill Al Skratch, gewapend met zonnebrillen, felgekleurde leren jacks en timberlands (bij wijze van (een treffende) illustratie van het tijdsbeeld), wil enkel het feest van vijftien jaar terug levende houden met aanstekelijke, ruige flows en lege teksten, die enkel bestaan uit wat streetwise borstgeklop en regelmatig te letterlijk herhaald worden. Daarnaast schuwen beide heren de samenwerking met r&b-held Brian McKnight niet om de honeys te bekoren op I’ll Take Her en leunt de relaxte single Where My Homiez?, tevens hun grootste hit, ongegeneerd heerlijk op de grooves van Playing Your Game en I’m Gonna Love You Just a Little More Babe van Barry White.



Ondanks de vooral decoratieve functie van de raps is het een genot om een plaat als deze weer af te stoffen, want de nostalgische verlangens die de uitmuntende producties oproepen liegen er niet om. De beats zijn voornamelijk geproduceerd door een beatbakker die schandalig over het hoofd is gezien gedurende de najaren van de Golden Age: The LG Experience. Het oeuvre van deze Patrick Harvey, het jongere broertje van de legendarische Easy Mo Bee, beperkt zich spijtig genoeg tot het leeuwendeel van Ill Al Skratch’ eerste wapenfeit en wat officiële remixes van klassiekers als One Love van Nas, Put It On van Big L (beiden minstens zo sterk als het origineel) en nog een handjevol bewerkingen van singles die het napluizen meer dan waard zijn.

Wie hoopte een baanbrekend en intellectueel juweeltje te vinden kan Creep Wit’ Me beter in het stof laten liggen, maar wie zin heeft om te genieten van het heerlijke, warme geluid van de hoogtijdagen van het genre - toen een commercieel geluid wel nog iedereen kon bekoren en nummers nog jams werden genoemd - doet er goed aan zich op dit album te storten. Big Ill en Al Skratch hebben de toegankelijkheid in pacht; als je bereid bent het op te geven voor de hood en je eigen wiet meeneemt mag je meedoen.

zaterdag 10 december 2011

Instrumental van de Week: Cella Dwellas - Perfect Match

Zoals sommigen weten heb ik een enorme voorliefde voor instrumentale hiphop en dan met name instrumentals uit de zogeheten golden age. Elke week zal ik een juweeltje proberen te delen. Deze week:

Artiest: Cella Dwellas
Titel: Perfect Match (Instrumental)
Producer: Nick Wiz
Album: Perfect Match (Vinyl, 12'')
Jaar: 1996
Label: Loud Records


Cella Dwellas

Op Perfect Match neemt producer Nick Wiz Winter Sadness onder handen, Kool & The Gang’s haast even samplebare vervolg op hun meesterwerk Summer Madness. Het resultaat is even smooth als de betere R&B uit die tijd, maar zal ook elke hiphoppurist nostalgisch maken. De Cella Dwellas, tegenwoordig simpelweg The Dwellas, waren een rapduo uit de Boot Camp Clik-context, die ondanks hun ijzersterke debuutplaat Realms ’N Reality nooit een potje hebben weten te breken. Ze zouden zich rond de eeuwwisseling nog wel onsterfelijk weten te maken onder underground hiphopheads met hun banger Main Aim.

woensdag 7 december 2011

De psychedelische blues van Muddy Waters en Howlin' Wolf

Toen aan het einde van de jaren zestig jonge rockmuzikanten met hun scheurende gitaren en psychedelische muziek de wereld veroverden waren blueslegendes Muddy Waters en Howlin’ Wolf al tegen de zestig jaar oud. Marshall Chess, zoon en neef van de oprichters van Chess Records, deed echter een controversiële poging om de induttende carrières van de oudgedienden nieuw leven in te blazen. Hij verzamelde jonge, frisse rockmuzikanten, stuk voor stuk enorme bewonderaars van Muddy Waters en Howlin’ Wolf, en liet de heren twee platen opnemen, die de geschiedenis in zouden gaan als misschien wel de meest gehate bluesplaten ooit.



Electric Mud en The Howlin’ Wolf Album werden genadeloos neergesabeld door critici, die de rijke bluestraditie in de vorm van twee langspelers verkracht zagen worden door snoeiharde, elektrische gitaren. De puristen konden maar niet begrijpen wat respectabele artiesten op leeftijd nou te zoeken hadden tussen wah wah-pedalen en Hendrix-achtige takkenherrie. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat met name Muddy Waters bij vlagen ook wat zoek lijkt tussen de immense muur aan geluid, die de jeugd hem voorschotelt. Om mij in te leven in de frustratie van een gemiddelde bluesfanaat uit de jaren zestig probeer ik mij gewoon in te beelden dat Stevie Wonder zich anno 2012 zou wagen aan met autotune vervuilde synthpop. Ik zou slapeloze nachten hebben.

Hoewel Muddy Waters nog even zou doorexperimenteren met deze nieuwe sound op zijn volgende plaat After The Rain, verwierp Howlin’ Wolf zijn plaat gelijk als ‘dog shit’ en raadde hij zijn jeugdige sessiemuzikanten in de studio al aan om hun effectpedaaltjes in een meer te gooien en naar de kapper te gaan. De bizarre cover van The Howlin’ Wolf Album deed de verkoopcijfers ook al niet goed.
Tegenwoordig wordt door een nieuwe generatie muziekliefhebbers het tweetal platen beetje bij beetje omarmd en hoewel het uiteraard niet de ideale platen zijn om het oeuvre van de beide heren mee te omvatten zijn het persoonlijke favorieten van mij, de barbaar. Electric Mud en The Howlin’ Wolf Album zijn je reinste cult.